Beknopte inhoud van het boek 'Bewustzijn als bron van leven', deel 5

 



Deel 1: De ontwikkeling van het
             bewustzijnsbegrip

Hoofdstuk 1:
Bewustzijnsbenaderingen gezien vanuit de kennistheorie in de westerse filosofie

1.1    De Griekse wijsgeren
1.2    Descartes en het rationalisme
1.3    Spinoza
1.4    Kant
1.4.1 De kritiek op Kant
1.5    Het empirisme
1.5.1 John Locke
1.5.2 George Berkeley
1.5.3 David Hume
1.5.4 Bewustzijnsonderzoek en
         hersenprocessen
1.5.5 Twee doodlopende wegen

Hoofdstuk 2:
Bewustzijnsbenaderingen gezien vanuit de fenomenologie in de westerse filosofie                 

2.1    De Fenomenologie
2.1.1 Intentioneel gericht
         bewustzijn
2.1.2 Bewustzijnsinhouden en
         voorstellingen
2.1.3 Transcendentaal
         bewustzijn     
2.2    Heidegger
2.3    Jaspers
2.4    Sartre
2.4.1 Het Ik
2.4.2 Intentionaliteit
2.4.3 Het bewustzijn
2.4.4 De twee manieren van Zijn
2.4.5 Vrijheid versus identificatie
2.4.6 Het niet
2.4.7 Identiteit
2.4.8 De vrijheid en haar
         ongemak
2.4.9 Kritiek en Sartres
         verdediging
2.4.10 Heeft het leven wel of
          geen doel
2.4.11 Conclusie
2.5     Vroon
2.6     Levinas

Hoofdstuk 3:
Bewustzijnsbenaderingen gezien vanuit de Indiase
filosofie
 

3.1    Ramana Maharshi
3.1.1 Bewustzijn, het Zelf
3.1.2 De ik-gedachte
3.1.3 Meditatie
3.1.4 Advaita Vedante
3.1.5 Conclusie
3.2    Shri Nisargadatta Maharaj
3.2.1.De materie
3.2.2 De geest
3.2.3 Het lichaam
3.2.4 De waarnemer
3.2.5 Het lichaamsbewustzijn
3.2.6 Het absoluut bewustzijn
3.2.7 Conclusie
3.3    Maharishi Mahesh Yogi
3.3.1 Energie
3.3.2 De geest als waarnemer
3.3.3 Het Zijn, bewustzijn
3.3.4 Het absolute en het relatieve
3.3.5 Karma
3.3.6 Prana
3.3.7 De relatie tussen prana,
         karma en geest
3.3.8 De zeven bewustzijns-
         toestanden
3.3.9 Conclusie
3.3.10 Samenvatting
3.4      Alexander Smit en de
           Advaita Vedante
3.5      Een vergelijking tussen de
           westerse en oosterse
           benadering van bewustzijn

Hoofdstuk 4:
Andere specifieke benaderingen van het begrip bewustzijn


4.1    Krishnamurti
4.1.1 Brein en geest
4.1.2 Denken en bewustzijn
4.1.3 Het ego
4.1.4 Conditionering
4.1.5 Zijn en worden
4.1.6 Waarnemen en gewaarzijn
4.1.7 Concentratie
4.1.8 Gewaarzijn zonder
         oordelen
4.1.9 Intelligentie en begrijpen
4.1.10 Gewaarzijn, zelfkennis en
          introspectie
4.1.11 Meditatie
4.1.12 Als de waarnemer en het
           waargenomene één zijn
4.1.13 Conclusie
4.2      De Islamitische
           benadering van
           bewustzijn
4.2.1   Reshad Feild
4.2.2   De vraag
4.2.3   Bewustzijn
4.3      Gurdjieff
4.3.1   Bewustzijn
4.3.2   Zijn en weten
4.3.3   Begrijpen
4.3.5   Zelfherinnering
4.3.6   Gewoonten
4.3.7   Identificatie
4.3.8   Het onderscheid tussen
           herinneren en zelf-
           beheersing
4.3.9   Samenvatting

Hoofdstuk 5: De empirische
analytische methode in de
psychologie en neuroweten-
schap

5.1     Freud en Jung
5.1.1 Jung en het onbewuste
5.1.2 Jung en het IK
5.1.3 Bewustzijnsinhouden
5.2    Neurologie
5.2.1 Dennett

 

Hoofdstuk 6: Kritiek op de empirische analytische methode


6.1    Wilber
6.1.1 De empirische analytische
         methode
6.1.2 Bewustzijnsniveaus  en
         paradigma's
6.2    Chalmers
6.2.1 Reductionisten versus
         mystici
6.2.2 Immaterieel veld
6.2.3 Qualia
6.2.4 Mentale toestanden
6.2.5 Gewaarzijn
6.2.6 Conclusie
6.3    Nagel
6.3.1 Het materialisme
6.3.2 De evolutie
6.3.3 De drie verklaringen
6.3.4 Conclusie

Hoofdstuk 7: Het paradigma-
                       probleem

7.1    Popper
7.1.1 Het kritisch rationalisme
7.2    Kuhn
7.2.1 Paradigma
7.2.2 Vergelijking van paradigma's
7.2.3 Conservatisme in de
         wetenschap
7.2.4 Bronnen en leerboeken
7.2.5 Normale wetenschap
7.2.6 Paradigma crisis
7.2.7 Nieuwe paradigma's
         Het begrip goed en kwaad
         vanuit bestaande
         paradigma's
7.2.8 Kuhn en Popper
7.3    Het begrip paradigma in
         relatie tot conditionering
7.3.1 Bestaat het Ware
         paradigma?
7.3.2 Gewaarzijn, ratio en
         paradigma
7.3.3 Paradigma: vrijheid of
         gevangenis

Hoofstuk 8: Het idee van een
levensenergie binnen de
westerse filosofie

8.1    Bergson
8.1.1 Het vitalisme
8.2    Sheldrake en het
         morfogenetisch veld
8.2.1 Het vitalisme en de weten-
         schappelijke status
8.2.2 Morfogenetische velden
8.2.3 De verschillende
         stromingen
8.2.4 Resonantie
8.2.5 Conclusie
8.3    Bos
8.3.1 Het biofotonenveld
8.3.2 Bewustzijn
8.3.3 Bewustzijn als werkwoord
8.3.4 Aandacht
8.3.5 Het zelf
8.3.6 Conclusie
8.4    Van Lommel
8.5    Eindconclusie

Deel 2: De vraag ‘Wat is leven'
             gezien vanuit de
             natuurkunde

 

Hoofdstuk 1

1.1 Schrödinger: ‘Wat is leven?'
      De Schrödingervergelijking
1.2 De natuurkundigen en de
      biologie
1.3 Het ordeningsprobleem,
      entropie
1.4 Prigogine
1.5 De informatie verwerkende
      demonen
1.6 De natuurkundige definiëring
      van energie
      Pagels en Zeilinger
      De fotonen
      De rustmassa
      Kastrup
      Kwantumfysica wordt
      onwerkelijk
1.7 Conclusie

Hoofdstuk 2

2.1 Al-Khalili en Mc Fadden
2.2 Het kwantum
2.3 Schrödinger: orde uit
      wanorde
2.4 Kwantumtunneling
2.5 Kwantumverstrengeling

Hoofstuk 3

3.1 Elektromagnetische velden in
      de hersenen
3.2 Wat zijn EM-velden?
3.3 Bundeling en energiepatronen
3.4 Zelfreplicatie
3.5 Configuratie en superpositie
3.6 Het bewustzijn
3.7 De lichtsnelheid
      stoffelijk en onstoffelijk
      Materiële en immateriële
      energie
3.8 Voorwaarden voor de
      immateriële energie als
      bewustzijnsenergie
3.9 Conclusie
3.10 Onze hypothesen

Hoofdstuk 4

4.1    Laszlo en het Akasha-veld
4.1.1 Conclusie
4.2    Verlinde en het
         informatieveld
4.2.1 De zwaartekracht
4.2.2 Quantuminformatie
4.2.3 Materieel energetisch
         informatieveld
4.2.4 Conclusie
4.3    Veldtheorieën
4.3.1 Stochastische
         elektrodynamica (SED)

Hoofdstuk 5

5.1    Ockhams scheermes
5.2.1 Materiële en immateriële
         energie
5.2.2 Energievelden
5.2.3 Bewustzijnsontwikkeling of
         bewustzijnsverandering
5.2.4 Bewustzijnsgroei
5.2.5 Gewaarzijn en aandacht
5.2.6 Bewustzijnsniveau
5.2.7 Bewustzijnsinhouden
5.2.8 Bewustwording
5.2.9 Conclusie
5.3    Tot slot

 

Deel 3: Een nieuwe zienswijze
             op het begrip
             bewustzijn

 

Hoofdstuk 1

         Inleiding
         Paradigma
         De tijd en het universum
         De psycho-sociale schema's
1.1    Materiële en immateriële
         energie
1.2    Levensenergie
1.2.1 Gebundelde energie
1.2.2 Mensen en dieren
1.2.3 Planten
1.2.4 Stenen
1.2.5 Gebundelde energie zonder
        kern
1.2.6 Energievelden en vorm
1.2.7 Organisme en levensvorm
1.3    Bewustzijn
1.3.1 Hoger en lager bewustzijn
1.3.2 Het materieel bewustzijn
1.3.3 Het essentieel bewustzijn
1.3.4 Het universele bewustzijn
1.3.5 Bewustzijn als constante
1.3.6 Verstoringen
1.4    Materieel bewustzijn
1.4.1 Beseffen
1.4.2 Materieel bewustzijn en
         paradigma
1.4.3 Materieel bewustzijnsniveaus
1.4.4 Beperkingen
1.4.5 Waken en slapen
1.4.6 Rust en beweging
1.4.7 Bewustzijnsverandering en
         Bewustzijnsontwikkeling
1.4.8 Substantie
1.5    Bewustzijn en informatie
1.5.1 Onderscheid tussen
         informatie en inhouden
1.5.2 Energetische informatie-
         velden
1.6    Bewust en onbewust
1.6.1 Onderbewuste
1.6.2 Taalgebruik
1.6.3 Totaliteitsprincipe
1.6.4 Intuïtie
1.7    Collectieve gedachten
1.7.1 Helpende en niet helpende
         gedachten
1.7.2 Positieve en negatieve
        gedachten
1.7.3 Collectiviteit
1.7.4 Collectief paradigma
1.7.5 Collectief bewustzijn

Hoofdstuk 2

2.1    Gewaarzijn
2.1.2 Identificatie
2.1.2 Onbewust en bewust
         materieel
         gewaarzijn
2.2    De waarnemer en
          bewustwording
2.2.1 Ervaring, wijsheid en
         inzicht
2.2.2 Gedachten en de
         mechanische mens
2.3    Vormen en waarnemen
2.3.1 De ego-waarnemer
         Krishnamurti en de
         objectieve waarnemer
2.3.2 De objectieve waarnemer
         Krishnamurti en de
         objectieve waarnemer
2.3.3 De essentiële waarnemer
2.3.4 Het verschil tussen de
         objectieve en essentiële
         waarnemer
2.3.5 Totalitaire waarnemer
2.4    Meditatie
2.4.1 Mantra's zingen
2.4.2 Transcendente meditatie
2.4.3 Krishnamurti en meditatie
2.4.4 Maharshi en meditatie
2.4 5 Stipoefening
2.4.6 stilte

Hoofdstuk 3

3.1    De gedachten
3.1.1 Gedachten en gevoelens
3.1.2 De NU-staat
3.1.3 Werkelijkheid
3.1.4 De ultieme werkelijkheid
3.1.5 Het paradigma
3.1.6 Illusie
3.1.7 Ervaren vanuit overgave
3.1.8 De NU-staat en de
         essentiële waarnemer
3.1.9 De Nu-staat en aandacht
3.2    Gewaarzijn en aandacht
3.2.1 Willen en verlangen
3.2.2 Bewuste en onbewuste
         aandacht
3.2.3 Het verschil tussen aandacht
         en concentratie
3.2.4 Het onderscheid tussen ZIJN
         en NIET-ZIJN
3.2.5 Het Al-dat-IS
3.2.6 Staat van Eeuwig ZIJN
3.2.7 De Ruimte en het Niets
         1 Materiële ruimte
         2 Immateriële ruimte
         3 Het universum
         4 Omvang en ruimte
         5 Dichtheid, compactheid,
            verstarring
         6 Leegte en chaos
         7 Het NIETS
         8 Het totaliteitsprincipe
         9 Actie en reactie
         Conclusie
         Afsluiting

 

Inleiding

Momenteel wordt veel geschreven over de veranderingen in onze huidige tijd. Velen vinden dat een bewustzijnsverandering noodzakelijk is. Maar op welke wijze kan een bewustzijnsverandering plaats vinden, als we niet eens weten wat bewustzijn eigenlijk is? Als we hiervan geen idee hebben, dan is dit niet te realisseren. Willen we meer inzicht krijgen in de huidige problematiek van onze samenleving, dan is het ook nodig dat we meer inzicht krijgen in het bewustzijn dat in ieder mens aanwezig is. Onder wetenschappers en folosofen zijn de meningen over wat bewustzijn nu eigenlijk is behoorlijk verdeeld. Volgens sommige heeft bewustzijn op de een of andere manier een relatie met energie. Volgens weer andere is bewustzijn energie en er zijn er ook die bwustzijn zien als iets dat onbenoembaar is.
In het algemeen zien neurowetenschappers de hersenprocessen als bewustzijn of als iets dat bewustzijn voortbrengt. Vanuit hun stantpunt is er een duidelijke relatie met energie, omdat onze hrsneprocessen bestaan uit energetische impulsen die weer reageren op onze zintuiglijke impulsen. Over de vraag of onze hersenen bewustzijn zijn of deze voortbrengen zijn de meningen sterk verdeeld. Weer anderen zijn van mening dat bewustzijn zich kan manifesteren via de hersenen, maar dat de hersenen verder geen bewustzijn zijn of voortbrengen. In ieder geval is het niet vanzelfsprekend dat bewustzijn en hersenen synoniem zijn aan elkaar.
Om in bovenstaande problematiek meer inzicht te kunnen krijgen beginnen we met het onderzoeken op welke wijze binnen de filosofie en andere wetenschappen over bewustzijn is geschreven.

Bij ons onderzoek kwamen we een toespraak tegen van de bewustzijnsfilosoof David Chalmers die hij heeft gehouden op een TED-conferentie, mrt. 2014, in Vanvouver, waarin hij stelde dat er op het punt van bewustzijn een radicale theorie nodig is.
Hij zie hierover het volgende:
"Het bewustzijn is op dit moment een soort anomalie, een die we zullen moeten integreren in onze kijk op de werkelijkheid. Voor een degelijke anomalie zijn wellicht radicale iedeeën nodig. Ik denk dat we er misschien wel een paar nodig hebben die in eerste instantie heel gek lijken. Als je bewustzijn niet kunt verklaren in termen van bestaande bouwstenen, tijd, ruimte, massa en lading, dan moet je die lijst logischerwijs aanvullen. Het ligt voor de hamd het bewustzijn ook als een bouwsteen te veroderstellen. Een fundamentle bouwsteen van de natuur. Het is niet zo dat je er dan geen onderzoek naar kunt doen. Het tegendeel is waar. We zullen dan moeten luisteren welke fundamentele wetten over dat bewustzijn regeren. De wetten die het bewusstzijn verbinden met de andere bouwstenen. Het wilde idee is dat bewustzin universeel zou zijn. Ieder systeem zou een bepaald niveau van bewustzijn hebben. Dit wordt het panpsychisme genoemd. Pan staat voor alles, psych voor psyche. Ieder systeem heeft bewustzijn. Een reden om dit te denken komt van het idee dat bewustzijn fundamenteel zou zijn. Als het fundamenteel is, zoals ruimte, tijd en masse, ligt het voor de hand dat het ook universeel zou zijn."

Dez oproep stimuleerde ons om de uitdaging aan te gaan om te kijken of het begrip bewustzijn op een andere, niet gebruikelijke manier benaderd kan worden. Als eerste is het wel noodzakelijk om een idee te hebben hoe het bewustzijnsbegrip zich binnen bepaalde stromingen van o.a. de filosofie heeft ontwikkeld. We zullen in het eerste deel van dit boek hiervan een globaal overzicht geven. Dit boek heeft niet de bedoeling een zo groot mogelijk overzicht te geven van de bestaande benaderingen en onderzoeken op het punt van bewustzijn. Op dat punt kunnen we verzijzen naar het boek van Wil van Esch, De staat van bewustzijn. Van Esch laat in zijn overzicht zien hoe omvangrijk het bewustzijnsonderzoek momenteel is. En ook de talloze verschillende denkrichtingen die het omvat. 
We behandelen in deel 1 alleen de filosofen die onderwerpen bespreken die relevant zijn om meer inzicht te verkrijgen in de ontwikkeling van het bewustzijnsbegrip tot heden toe. Ons doel is specifiek gericht of het mogelijk is om en nieuwe zienswijze betreffende leven in relatie tot bewustzijn te kunnen formuleren. Ons onderzoek combineert een filosofisch onderzoek naar bewustzijn met een natuurkundig onderzoek naar leven. Dit natuurkundig ondrzoek naar het ontstaan van leven wordt weergegeven in deel 2. Het gehaal wordt samengevat in deel 3 waar het begrip gewaarzijn centraal komt te staan. In dit deel worden via methodologische schema's getracht een en ander helder weer te geven. In deze schama's worden de onderlinge relaties tussen psychologische, sociale en spirituele begrippen verduidelijkt.